De Standaard 02.06 2015 Van onze redacteur Peter De Lobel


OoK MEYREM Almaci steunt erkenning Armeense Genocide


De federale meerderheid heeft een resolutie klaar over de Armeense genocide. Maar omdat ze daarin alleen oproept tot een erkenning in Turkije, maar niet door de Belgische regering, willen de groenen de tekst nog een stuk aanscherpen.

‘De N-VA heeft blijkbaar een patent op halfslachtige resoluties die niemand voor het hoofd stoten. De tekst lijkt wel geschreven op het kabinet van Didier Reynders (MR, minister van Buitenlandse Zaken).’ Groen-kamerlid Wouter De Vriendt is op zijn zachtst gezegd niet onder de indruk van de resolutie die N-VA-kamerlid Peter De Roover gemaakt heeft naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de Armeense genocide. Daarin vraagt hij de regering ‘stil te staan bij het anderhalf miljoen onschuldige Armeense slachtoffers’ en zich ‘aan te sluiten bij de herdenking van de Armeense genocide honderd jaar geleden’. De bedoeling is verder om ‘Turkije aan te moedigen (...) de Armeense genocide te erkennen’.

Strafbaar

De kwestie ligt een eeuw later nog altijd gevoelig. In Turkije wordt toegegeven dat er honderdduizenden slachtoffers gevallen zijn in de ‘Armeense kwestie’, tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar het woord genocide hiervoor in de mond nemen is voor Turken tot nader order nog altijd strafbaar. Dat geldt trouwens ook als Belgen met de dubbele nationaliteit dat doen.

De Roover heeft de meerderheid achter zich. Ook CDH (dat onlangs Brussels parlementslid Mahinur Ozdemir aan de deur zette omdat ze weigerde de genocide te erkennen) en de PS (die kamerlid Emir Kir tot de orde riep) willen zich aansluiten.

‘Wij ook, maar het meest pertinente ontbreekt op dit moment’, zegt De Vriendt. ‘Dat is de erkenning van de genocide door het federale parlement en de federale regering.’

In 1998 werd de genocide al erkend in een resolutie in de Senaat, maar de regering en de Kamer deden dat nog niet. Het Vlaams Parlement inmiddels wel. ‘Als die twee elementen toegevoegd worden, dan heeft men onze steun, het parlement moet niet rond de hete brij dansen. Een duidelijke erkenning kan een belangrijke stap zijn naar verzoening’, zegt Wouter De Vriendt.

De Roover reageert dat hij niets liever zou willen dan kamerbrede steun voor de resolutie. ‘De tekst is daarom ook nog niet ingediend. We hebben expliciet het woord “genocide” gebruikt, maar zijn niet met de botte bijl tewerk gegaan. Als we de regering vragen zich aan te sluiten bij de herdenking van de genocide, dan lijkt mij dat toch duidelijk? Maar als er betere formuleringen zijn, staan wij daarvoor open. We zullen de zaak samen met onder meer Groen bekijken.’

Tijdens een minuut stilte, eind april in de Kamer, waren verschillende kamerleden met Turkse roots afwezig. Onder hen Groen-voorzitter Meyrem Almaci en Veli Yüksel (CD&V). Yüksel was gisteren niet bereikbaar voor commentaar. Almaci wel: ‘Die herdenking viel ongelukkig samen met iets waar ik niet onderuit kon. Maar uiteraard zal ik voor stemmen als de Kamer de genocide erkent. Daar is geen discussie over.’

 
‘Het is nog erger dan bij Joëlle Milquet’

Het Brusselse CDH-parlementslid Mahinur Ozdemir is niet te spreken over haar uitsluiting uit de partij. Die kwam er omdat zij weigerde de Armeense genocide te erkennen. ‘Het CDH maakt een grote bocht naar rechts’, zegt ze in Le Soir. Voorzitter Benoît Lutgen ‘houdt geen rekening met de Brusselse realiteit en diversiteit’. ‘Het is nog erger dan toen

Joëlle Milquet voorzitter was. Zij trok ook alle macht naar zich toe, maar haar kon je altijd bellen. Maar hoe wil je nu in dialoog gaan als sms’en naar de voorzitter soms twee dagen onbeantwoord blijven?’ Volgens Ozdemir is er een heuse malaise in het Brusselse CDH en voelen veel Brusselaars zich niet gehoord.

Ze blijft overigens bij haar standpunt dat ‘ik de tragedie en de slachtingen van 1915 erken’. De term genocide weigert ze naar eigen zeggen te gebruiken omdat de term juridische consequenties heeft. ‘En het is niet aan de wetgevende macht om zich in de plaats van het gerecht te plaatsen.’

Ozdemir beschuldigt de partijleiding ervan dat ze allerminst de juiste procedures gevolgd heeft en weigert daarom ook haar zitje in het parlement af te staan. ‘Lutgen heb ik sinds vrijdag ook al niet meer gehoord, dat is toch hallucinant?’