(De Standaard 24/4/15)

Vier vragen over de historische en actuele situatie

Vandaag wordt wereldwijd de Armeense genocide herdacht die een eeuw geleden plaatsvond. Tussen de 800.000 en 1,5 miljoen Armeniërs lieten het leven onder het regime van de Jonge Turken. De volkerenmoord wordt beschouwd als de eerste genocide van de twintigste eeuw.

1. Wat gebeurde er 100 jaar geleden op 24 april?

In de nacht van 24 april 1915 en de daaropvolgende dagen werden honderden vooraanstaande Armeniërs opgepakt in de toenmalige hoofdstad Constantinopel (Istanbul). Politici, journalisten, kunstenaars en intellectuelen werden in een zorgvuldig gecoördineerde actie aangehouden, met de trein afgevoerd en kort daarop vermoord. Daarom geldt 24 april wereldwijd als herdenkingsdag van de Armeense genocide.

 

2. Waarom werd de Armeense bevolking geviseerd?

Op het einde van de negentiende eeuw verkruimelde de macht van het Ottomaanse Rijk. Als antwoord op die teloorgang groeide het Turkse nationalisme, dat als motor voor vernieuwing beschouwd werd.

Tijdens de Jong-Turkse revolutie van 1908 kwamen de nationalistische vernieuwers uiteindelijk aan de macht. Het aanvankelijk democratische bestuur werd al snel een dictatuur van drie Jong-Turkse leiders: Enver, Talaat en Djemal. Die droomden ervan om alle Turkse volkeren opnieuw te verenigen en de macht van het Ottomaanse Rijk te evenaren.

De Jong-Turkse leiders probeerden de minderheden - onder andere de Grieken, Koerden en Armeniërs - in de regio te assimileren. Dat leidde tot interne spanningen.

Toen de leiders hun gebied nog wilden uitbreiden richting Centraal-Azië en de Kaukasus verhitten de gemoederen tussen het Turks-Ottomaanse Rijk en Rusland.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vocht Turkije aan de zijde van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Het verweet de christelijke Armeniërs al snel sympathie te hebben voor Rusland. Na de nacht van 24 april 1915 werd de hele Armeense bevolking geviseerd.

3. Hoe staan wereldleiders vandaag tegenover de Armeense genocide?

Verschillende landen en internationale organisaties erkennen de genocide, waaronder België en Nederland. Deze week verklaarde de Duitse president Joachim Gauck dat ook Duitsland de Armeense genocide erkent. ‘Wij Duitsers moeten ons geheugen zijn werk laten doen’, vertelde Gauck.

Andere landen, zoals de Verenigde Staten, hebben de gewelddaden niet als genocide erkend. Het Witte Huis had het deze week over ‘de wreedheden van 1915’ en vermeed bewust het woord ‘genocide’.

Op 24 april 2015 heeft Bulgarije, een buurland van Turkije, voor het eerst ‘de massavernietiging van Armeniërs’ erkend. In een parlementair besluit werd in laatste instantie toch nog het woord ‘genocide’ gewijzigd na een tussenkomst van premier Borissov.

4. Hoe staat Turkije tegenover de genocide?

Turkije weigert, in tegenstelling tot andere landen, de ‘genocide’ te erkennen. Het geeft toe dat er in de Eerste Wereldoorlog ‘een paar honderdduizend’ Armeense burgers in schandalige omstandigheden zijn omgekomen, maar neemt het woord genocide niet in de mond. In Turkije wordt meestal gesproken over de ‘Armeense kwestie’.

De laatste weken reageerde Turkije zeer fel op landen die de genocide erkennen. Zo trok de Turkse regering zijn ambassadeur in Oostenrijk terug nadat het parlement een verklaring had afgelegd over de ‘volkerenmoord’. Turkije uitte zijn twijfel over het voortbestaan van de Turks-Oostenrijkse vriendschap. Enkele dagen daarvoor trok Ankara ook al zijn ambassadeur terug bij het Vaticaan na een gelijkaardige uitspraak van de paus.

Het ligt voor Turkije zeer moeilijk om de Armeense genocide te erkennen. Enerzijds omdat het psychologisch moeilijk is toe te geven dat hun voorvaders bloed aan hun handen hebben. Anderzijds omdat het land schadeclaims vreest. Veel Armeniërs verloren immers hun woning en grond.

Op 22 april 2015 heeft het Vlaams Parlement een resolutie goedgekeurd over de herdenking van de Armeense genocide. Daarin staat dat de Vlaamse Regering Turkije verder gaat ‘aanmoedigen’ om de genocide te erkennen.